Vlaams spitsroeden lopen voor watersporters

14 juni 2010 - Dessel, België

 

België verwelkomt ons met zijn eerste sluis, bij Lozen. De sluismeester staat paraat met zijn pikhaak om de meereinden aan te pakken. De sluiswand hoog, vies en een verval van ruim vier meter. Een enorme massa water perst zich met geweld door de schuiven, de sluis verandert in een draaikolk. Onder de Luna zoekt de kolkende watermassa een uitweg en slingert ons scheepje alle kanten op. Ze wordt hierin belemmerd door de twee meereinden die boven op de sluis en de bolders op het dek ervoor moeten zorgen dat ze bij de sluiswand blijft. Het meereind op het achterdek staat door deze krachten extreem strak, komt achter onze “driekleur van onze natie”, terecht en blijft hangen, onze vlaggenstok knapt als een luciferhoutje doormidden, verdwijnt in het kolkende water, gaat kopie onder, drijft langszij bij een achterliggend schip, en wordt daar behoed voor zijn totale ondergang en opgevist. Sluis Bocholt: meldingsplicht, onze ICC papieren worden gecontroleerd en de gegevens van de Luna en eigenaar worden ingevoerd in de database van “De Scheepvaart”. Voor 25 euro mogen we tot 30 juni gebruik maken van de waterwegen in het Vlaamse gedeelte, de sticker moet goed zichtbaar aan bakboordzijde op de achtersteven geplakt worden. We starten de motor en ons trouwe dieseltje, tevreden ronkend in het motorruim, stuwt de Luna in een heerlijk zonnetje, windje 6, ruim 55 kilometer door het kanaal naar Lommel.

 

“Het havenmeesterke” bij de Blauwe Reiger in Kerkhoven, wacht ons al op. We mogen aanleggen aan een privé steiger met stroom en water. Het is genieten van de absolute rust, we luisteren naar het gezang van allerlei vogels en hopen een glimp van de ijsvogel op te vangen. We trakteren ons zelf op een echte ‘Kriek van de tap’, op het terras van Taverne “de Waterkant”. Inmiddels hongerig, bestellen we een voor ons onbekend gerecht, Steppenriet met kleine schnitzel. Er verschijnen twee enorme borden Pomme Paille, zo dun als spaghetti gesneden frietjes, knapperig gebakken als een enorme deken gedrapeerd over de salade en schnitzel, afgemaakt met een gebonden jus met champignons en zilveruitjes. Weer terug op de Luna gaat onze “skip” die op alles voorbereidt is met lijm, slangenklemmen en een windsel van gevlochten vlaggenlijn aan de slag en heelt de wonden van de vlaggenstok, een paar uurtjes later wappert hij alweer vrolijk in de wind.

 

13 juni we, laten Kerkhoven achter ons en koersen richting het Kanaal Bocholt-Herentals. Voor de eerste sluis ligt een lief scheepje, uit de Kaag, met de naam Irene. Leuk om Hollanders tegen te komen. In de 3e sluis krijgen we te horen dat we onze geplande route niet kunnen volgen wegens de stremming van een sluis. Jakkes, dat betekent geen 10 kilometer maar ruim 40 kilometer het Albert Kanaal bevaren. Het Albert kanaal is vergelijkbaar met ons Amsterdam Rijnkanaal, qua (drukke) beroepsvaart, ook de damwanden kunnen bij drukte op de vaarweg voor enorme deining zorgen. We overleggen met de bemanning van de Irene; Alex, Lida en Jet (eigenaresse van de Irene).  Alex en Lida kennen België, ze wonen er. Alex stelt voor achter de Irene aan te varen, hij weet een aanlegplaats vlak voor het Albertkanaal. Zo kunnen we de volgende morgen heel vroeg de sluis door. Na een lange tocht komen we aan op de kop van het Albert kanaal, bij gebrek aan bolders worden de meerpennen de grond in geslagen, de Luna goed gezekerd, ligt laag tegen de hoge kademuur aan. Alex, Lida en Jet hoppen aan boord om de Luna te bewonderen, wij bewonderen de Irene, een prachtig, nog origineel scheepje, vernoemd naar het in 1939 net geboren prinsesje “Irene”. Alex leent onze fiets om in zijn huis zo’n 5 kilometer verderop nog wat gereedschap te halen.

 

Met borreltje op de kade, de Irene en de Luna deinend op de golven die de snelle Jetski’s veroorzaken. België zorgt goed voor de snelle watersporters de jets en boten met veel PK’s krijgen veel ruimte op de waterwegen. Uit het niets verschijnt plots een speed boot, scheert rakelings langszij, en veroorzaakt gigantische golfslagen waardoor de neuzen van de twee scheepjes als steigerende paarden boven de kademuur uitkomen, om vervolgens als een tol tegen de hoge kademuur aangesmeten te worden. Hans vliegt naar de Luna om haar in bedwang te houden Jet en Lida naar de Irene. Maar de scheepjes krijgen rake klappen, één meerpen van de Irene komt door de kracht uit de grond en het schip schiet los van de kademuur. Jet en Lida proberen met man en macht de Irene in bedwang te houden maar er is geen houden aan. En dan gebeurt wat niemand ooit wil meemaken; Jet wordt meegetrokken het water in en beland tussen de wal en het schip. We kijken machteloos toe hoe ze diep beneden ons in het water ligt en tot onze grote schrik zien we de boot weer terugkomen naar de kademuur. Jet behoud gelukkig haar gezonde verstand, ziet ook het schip terugkomen, laat het touw los en kan zwemmend net op tijd tussen de boot en de kade wegkomen. Schreeuwend en springend probeer ik intussen de aandacht van een van de jetskieërs te trekken zodat hij Jet kan helpen en haar uit het water kan krijgen.

Hij ziet het, komt, en begeleid haar langs de enorme stenen wallenkant naar een trapje waar ze uit het water kan klimmen. Enorme schrik, en geschaafde schenen is godzijdank het enige wat ze aan dit drama overhoud. De inhoud van de Irene lag verspreid door de boot en er zijn breekbare spulletjes gesneuveld. De Luna heeft wonder boven wonder totaal geen schade, niet van binnen en niet van buiten. Een lekker droog warm pak, daarbij een dubbele whisky van Hans zorgen ervoor dat Jet weer bijkomt van dit gevaarlijke avontuur. De jetskieër waarschuwt ons voor meer “snelle boten” en adviseert ons voor de sluis op het Albert kanaal te gaan liggen. We pakken onze biezen en vinden een plekje aan de sluis bij de beroepsvaart. We drinken gevijven die avond heel wat wijntjes op de goede afloop. Na deze lange dag en gebeurtenis zullen de Irene, de Luna en hun bemanning samen opvarend nog een spectaculaire route van een aantal dagen beleven. Iedere dag wordt met een klein feestje afgesloten tot het moment dat onze waterwegen zich bij de Sambre en het kanaal van het Centrum scheiden.

Nieuwsgierig naar onze belevenissen van de andere dagen? Lees straks ons volgende verslag: 162 kilometer en een stijging van ruim 200 meter dwars door Vlaanderen en Wallonië.

 

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Sjoerd:
    18 juni 2010
    Wouw, das schrikken!!!!!!!!!!!!!!maar wederom mooie kiekjes!! Wij liggen inmiddels in Medemblik maar windje 6 houd ons nog even vast, gister wel getracht om de oversteek naar Friesland te maken, maar toen de zeillatten uit het grootzeil kwamen en mijn vullingen loslagen zijn we maar weer de haven in gevlucht. Groetjes en kijk uit voor die snelle jongens
  2. die alkmaarders:
    18 juni 2010
    Hey,
    Nou nou waterzwervers, jullie komen er met een gekrakte driekleur nog goed van af. Da's ander koek in Belgie. We zijn die regeltjes in Nederland wel eens zat ,na dit avontuur weet je ook weer waar ze goed voor zijn. Gaan jullie morgen nog voetbal kijken? Groetjes,
    Margreet en Jeroen en Cas en Steijn
  3. Carolien Oornink:
    19 juni 2010
    Wat een toestand zeg maar gelukkig goed afgelopen.