De Grijze wolven, deel 2

12 september 2012 - Alkmaar, Nederland

Aan de voet van van de Sterke arm

Het is goed toeven in het hol van de leeuw: we liggen aan de voet van het politiebureau van Alkmaar. Een simpele maar doelmatige uitgevoerde jachthaven: tussen de palen met de kont aan een korte vingersteiger.

De horden junks welke zich over het bruggetje verplaatsen naar de achterzijde van het gebouwencomplex laten graag zien en horen dat ze er zijn. We zien ze ook weer terugkeren richting stad. Waarschijnlijk voorzien van vervangende middelen. Minder luidruchtig in ieder geval.(Methadon?) We besluiten de volgende dag het centrum weer eens te herverkennen.

Veel oude gebouwen met prachtige gevels. Koffie drinken op een terrasje bij de oude vismarkt mag niet gemist worden. De Langestraat, nog steeds de belangrijkste winkelpromenade is net als andere gebieden in de stad autoluw gemaakt. Een verademing. Ook hier heeft Alkmaar zijn Victorie in gevonden.

We blijven nog een nachtje, want er komt een aardig regen frontje onze kant op. De havenmeester kwam wederom tevergeefs bij de boot dan maar volgende ochtend betalen als we vertrekken, we varen toch langs het idyllische havenkantoortje.

Donder en zware regen trekt over Alkmaar, we zitten met alles potdicht. Boven ons is net zoveel water als onder de Luna. ’s Morgens horen we op Radio NH  dat er in Alkmaar in korte tijd 20mm regen is gevallen. Het havenkantoor, ingericht in een prachtig torentje. We tikken 12 Euries af  en vetrekken na twee wisselvallige dagen van regen en zon richting het Alkmaardermeer om daarna over de Zaan naar Zaandam te varen.

De Zaan is een waterloop van 10 kilometer lengte, die dwars door de gemeente Zaanstad loopt: van Oost- en West-Knollendam in het noorden tot de Dam in Zaandam in het zuiden.Vanaf de Dam heet de waterloop de Voorzaan, die de verbinding met het Noordzeekanaal vormt.Oorspronkelijk was de Zaan een veenriviertje dat liep van het Starnmeer naar het IJ.

We genieten met aardig mooi weer van de typisch Zaanse huisjes en nemen hiervan uiteraard wat foto’s,  leuk voor Anne en Albert in Down Under, kunnen ze weer even het Hollandse hart ophalen. Vooral de fabriek van Verkade is nog steeds dominant aanwezig. Nostalgie voor de velen die ooit in de koekjesfabriek werkzaam waren.

We naderen de sluis welke de scheiding vormt tussen de Zaan en het Noordzeekanaal. Op ruime afstand krijgen we ‘groen’ en gooien de smoorklep van de diesel open. De witte snor voor de boeg van de Luna zwelt, haar kont zakt en we stuiven de sluis binnen.Voor 5 euro worden we geschut en zoeken ons weg verder naar het minst drukke zeekanaal van Holland. Stuurboord uit gaan we richting IJmuiden.

We zetten koers naar het zijkanaal om bij de jachthaven van Nau-er-na te komen. Ik wijs Corina op de twee windturbines aan de stuurboordzijde. Daar tussen de draaiende monsters is de ingang. Direct als we het kanaal opdraaien worden we opgelopen door een prachtige klipper. Onder de naam Willem Barendsz, vierkant getuigd, loopt hij op ons in en passeert.

Een half uurtje varen, en we draaien over stuurboord de zijtak in, nog net achter ons, voorbij stuivend de draagvleugelboot van Conexxion. Het groene monster is op weg richting IJmuiden.

De jachthaven van Nau-er-na, ziet er goed verzorgd uit. We melden ons bij de havenmeester en krijgen een prettig plaats toegewezen aan de Passantensteiger. Yentl kan haar hart ophalen in het vele groen dat aanwezig is. De Sobat 11 van Sjoerd en Tjitske heeft hier zijn thuishaven. En ze komen op de koffie met gebak ! Het worden een paar gezellig uurtjes, ondanks de regen en windvlagen.

De volgende dag vertrekken we met rustiger weer en veel zon naar het Spaarne, een dode rivierarm die de verbinding vormt met de stad Haarlem. Net als we het Spaarne opvaren, schuift achter ons een enorme ertstanker voorbij richting Amsterdam (Slik). Ja, we hadden het roetbruine monster al en profiel in het vizier terwijl we het Noordzeekanaal verlieten. Dat hij zo groot was..... (zie foto)

Eerste een sluis door. (3,50 Euro) Dan verder naar en door de stad Haarlem. Bruggen behoeven niet te draaien voor ons. Toch kost de doortocht bijna 8 Euro. Dus liefhebbers van de ‘Staande-mast-route’: Kijk uit! Haarlem heeft zeker “muggen” in de gemeenteraad.

Haarlem wordt dan genomen met wat hindernissen. We hebben per abuis een meldpunt overgeslagen om te betalen: Gevolg, een heuse achtervolging van een werkstudent op een fiets. “Ik moet u aanhouden” was de kreet, (Op verdenking van wat?) Ja, we waren te ver gegaan. Maar er was nog een mogelijkheid om de Euries af te tikken. Dus alles geregeld, varen we verder om op een gegeven moment de Ringvaart van de Haarlemmermeer op te draaien richting Lisse.

Museum De Cruquius, daar is het punt waar het Spaarne aansluit op de Ringvaart. Dit museum en een van de drie gemalen welke de (het) Haarlemmermeer drooggelegd heeft.

Plannen tot droogmaking (stukje Wiki)

Al in de 17e eeuw werden, onder andere door Jan Adriaenszoon Leeghwater, plannen gemaakt om het Haarlemmermeer droog te malen. In 1641 publiceerde Leeghwater zijn Haarlemmermeer-boek. Hiervoor zouden circa 200 poldermolens nodig zijn geweest. Tegen deze plannen bestond echter sterke oppositie. Zo wilde Leiden zijn lucratieve visrechten niet kwijt en lag Haarlem dwars omdat het fors verdiende aan de scheepvaart: het transportmiddel bij uitstek in het drassige Holland. Daarnaast ontbraken de middelen en was er weinig vertrouwen in de technische haalbaarheid van een droogmakerij op deze schaal.

Eind 1836 hadden twee stormen het water tot de poorten van Leiden en Amsterdam opgejaagd, waarna koning Willem I in 1837 besloot dat het meer moest worden drooggemalen. Bij Koninklijk Besluit van 1 augustus werd een commissie belast met het maken van een ontwerp voor de droogmaking. Dit ontwerp liet even op zich wachten; pas toen in 1839 Amsterdam en Leiden weer te kampen hadden met overlast kwam er schot in de zaak. Voor het graven van de Ringvaart en de bedijking zette Jonkheer Frederik van de Poll in mei 1840 bij Hillegom de eerste spade in de grond. Na acht jaar graven was het meer volledig afgesloten door een ringdijk van 59,5 km lengte en 0,70 tot 1,70 m hoogte. Tot zo ver de geschiedenis volgens Wiki.

En zo varen we langs, wat eens het grootste binnenmeer van Nederland was. Hillegom wordt in de Wateralmanak aangemerkt als een gastvrije plaats met een heuse passantenhaven: Nee dus. Iedereen die daar in de buurt een boot bezit, heeft hem daar al liggen. Volle bak! Aan het eind van de sloot, houdt de wereld op. We naderen de krijsende geluiden van gillende meiden in een enorme kermisattractie. Rechtsomkeert dus. Verder de ringvaart op. We raken een beetje beklemd door een angstgevoel: Er is verder niet veel aan de ringvaart en de tijd dringt. Er zijn weinig aanmeermogelijkheden t.b.v. passanten. Lisse brengt ons de redding. WV.Lisse doemt op aan stuurboordzijde. Een keurige jachthaven. Met prachtige borders en perken met bloemen (Bollenstreek?) Ja dat moet wel. We liggen naast de boot van de havenmeester en worden bijgepraat over de vereniging en natuurlijk reisverhalen. Dat gaat over en weer. We doen boodschappen in het dorp ontdekken een Chinees waar we geen gebruik van maken. Corientje weet me tegen te houden. We slapen een heerlijke passantenslaap in het bloemrijke groen van Lisse.

 

 

 

 

 

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Daan en Anita DD 99:
    20 september 2012
    Ha een mooie foto`s heel herkenbaar. We kijken uit naar deel 3
    van jullie reis. Geniet
    geniet
    geniet Groet Daan en Anita
  2. André Veelders:
    21 september 2012
    Hoi,

    Mooie foto's. Zijn jullie over de Zaan niet bij de Zaansche Schans uitgekomen?
  3. Carolien Oornink:
    21 september 2012
    Hey lieve vakantiegangers, wat een prachtig reisverslag en schitterende foto's. Geweldig dat jullie zo genieten, jullie hebben het verdiend. Tip:mocht Yentl weer niet direct luisteren dan gewoon Caaaaarrrrrooooolllliiiieeeen roepen. Hahahahaha